Send us your Cadmium Red

Column Richtje Reinsma

Ik zit op een terrasje, met K en E. We doen alsof de zomer zomers is. Ik vraag E, een afstuderende filosoof, naar haar essay over kleuren, waarvan ik hoop dat het op een dag af zal komen en door mij gelezen mag worden. Dat blijkt ook nu weer zeer de vraag, want E beschermt haar productie als ging het om een weerloos jong, of eigenlijk: een afzichtelijk wezen dat maar het beste aan het daglicht kan worden onttrokken. Na opdringerig bedelen, flemen en stampvoeten stemt E uiteindelijk toe om iets over haar essay vertellen.

Ze vertelt over Goethe, die het vuistdikke, ‘ziedende’ boek Zur Farbenlehre (1810) schreef, in reactie op Newtons kleurenleer Opticks (1704). Goethe noemt Newtons publicatie in deze vuist ‘een nest uilen- en rattendrek’. Hij verfoeide de aanpak van Newtons onderzoek, die eruit bestond kleuren te isoleren. Newton wilde kleuren rubriceren en vaste waarden kunnen toekennen. Om een verantwoorde wetenschappelijke indexering mogelijk te maken, deed hij zijn onderzoekingen in een volkomen verduisterde kamer, waar hij via een klein gaatje een straaltje licht in liet steken. In dit streepje licht onderwierp Newton telkens één kleur tegelijk aan zijn metingen. Hij sloot elke kleur veilig op in het niets van de duisternis, en bestudeerde haar zo vrij van ruis.
2806Newton's colour circle
Newtons kleurencirkel
Goethe beschouwde deze aanpak als een absurde vergissing, een verminking van het fenomeen kleur zoals dat zich voordoet in onze ervaring. In het dagelijks leven gisten de kleuren immers naast en door elkaar. Dankzij hun onderlinge besmetting bloeien ze op, verfletsen ze, of ontstaan er tussenkleuren. Ze maken deel uit van een veelheid die permanent in vergadering is: oranje sist naar beige, gilt naar roze, zingt naar blauw. Met zijn methodisch fileren deed Newton volgens Goethe de dynamische, je zou haast zeggen sociale eigenschappen van kleur geweld aan.
E vertelt dat Goethes ideeën over kleur in wetenschappelijke kringen tot op de dag van vandaag verguisd worden, omdat hij in zijn onderzoek een aantal grote fouten heeft gemaakt. Goethe zelf vond zijn verhandeling over kleur, waar hij zijn halve leven mee bezig was, belangrijker dan al zijn wereldberoemde literaire werken bij elkaar. Maar hoewel Goethes kleurenleer achterhaald is, vindt E zijn kritiek op de wetenschap terecht en nog steeds actueel. In de klassieke wetenschap wordt de grillige werkelijkheid in naam van de precisie, herhaalbaarheid en objectiviteit van een onderzoek in een dermate strak keurslijf gedwongen dat het vervormd raakt.
E wil van haar essay een poging maken om kleur op een minder steriele manier te beschouwen dan de Newtonianen, met meer oog voor de rommeligheid en complexiteit van de werkelijkheid. Ze wil voortborduren op Wittgensteins Bemerkungen über die Farben (1977), waarin Wittgenstein kleur op een nieuwe manier probeert te benaderen – omzichtiger, zonder toe te geven aan de dorre maar verslavende neiging de werkelijkheid gevangen te zetten in pseudo-overzichtelijke tabellen en grafieken. Ze haalt daarbij ook de briefwisseling over kleur aan tussen schrijver/criticus/ kunstenaar John Berger en filmmaker/kunstenaar John Christie, gepubliceerd onder de titel I Send you this Cadmium Red (1999). Zij stuurden elkaar beschilderde brieven, foto’s en tekeningen, en vertelden elkaar over hun persoonlijke ervaring van allerlei kleuren (waarbij Berger volgens E vrijwel elke kleur uiteindelijk in verband weet te brengen met seks).
2806 Briefwisseling Berger Christie
Briefwisseling tussen Berger en Christie
2806 Briefwisseling Berger Christie.
Briefwisseling tussen Berger en Christie
Maar nu houd ik op over E’s onderzoek, want ik wil een oproep doen aan iedereen die een E kent. Dat wil zeggen: een zeer getalenteerd, erudiet iemand waar je ademloos naar luistert als ze je bij uitzondering een glimp van hun gedachten en onderzoekingen gunnen, maar die daar doorgaans nauwelijks iets van willen prijsgeven. We moeten samenspannen tegen de E’s. Het is verschrikkelijk wat de E’s ons voortdurend onthouden omdat ze overmatig lijden aan de ouderwetse deugd van het perfectionisme, en de daarmee samenhangende angst een onderwerp te kort te doen door onvolledigheid of simplificatie.
Dus: ken je een E, teister haar dan met belangstelling, bemoedig haar het bloed onder de nagels vandaan, til de steen waaronder zij zich verstopt houdt zoveel mogelijk op. Anders moeten we zo lang wachten. Anders zal pas het nageslacht genieten, als de schatkamers van E en haar geestverwanten tenminste niet per ongeluk worden geruimd. Je kan er om weeklagen, maar het tijdperk van de zelfpromotie is aangebroken. Jullie moeten niet wachten op al dan niet postume ontdekking, E’s! Spreek, publiceer! Jullie hoeven je natuurlijk niet tegen je natuur in onder de schijnwerpers te verdringen, maar begin ermee de belangstelling van je omgeving te aanvaarden. Jullie denken misschien bescheiden te zijn door jullie flonkerende gedachten stilletjes opgeborgen te houden. Maar in werkelijkheid begaan jullie een misdaad tegen de evolutie. Houd Newton, Goethe, Wittgenstein en de beide Johns in ere: spreek ze tegen, volg ze op. Ze zouden niet anders willen. We moeten vooruit met de mensheid, dus draag in godsnaam jullie parels bij!


(c) Lucy, 29-6-2011
Richtje Reinsma is beeldend kunstenaar en maakt ook deel uit van het kunstenaars-collectief Het Harde Potlood.
www.hethardepotlood.nl