Performen in Utrecht

In het weekend van 21 en 22 mei vond in het kader van Utrecht Performs 2011 het performanceweekend plaats waar jonge kunstenaars niet eerder vertoonde performancewerken in de openbare ruimte hebben uitgevoerd. Dat leverde interessante momenten en bijzondere ontmoetingen op.
1105 performance andrea
De Wedstrijd

De coyote's van Beuys

Dat performance verder reikt dan de befaamde happenings uit de jaren zestig en de dode hazen en coyote's van Beuys uit de jaren zeventig, blijkt wel uit het feit dat de kunstenaars van het performanceweekend zijn geselecteerd uit maar liefst veertig kandidaten die stuk voor stuk actief zijn op het gebied van de ‘live art’. Vooral sinds de laatste vijf jaar zien we een opleving op het gebied van de performancekunst, vertelt curator Mirjam Zweers, met dien verstande dat er een verschil bestaat tussen de meer traditionele, algemeen bekende opvatting van de performancekunst (bijvoorbeeld de Fluxus-beweging of het dadaïsme) en de huidige invulling en betekenis van deze kunstvorm. “Het hele idee dat een performance een eenmalige gebeurtenis is die niet kan worden herhaald of worden vastgelegd, is inmiddels losgelaten.” Begrippen als authenticiteit en uniciteit zijn opgerekt, zoals blijkt uit het feit dat juist de herhaling zo bepalend is voor het verloop en het resultaat van de vier performances.
1105 performance sanna
Beddingen
1105 performance theo
EN PASSANT

Geen toeschouwer, maar deelnemer

Kenmerkend aan de performances was dat ze alle vier een bijdrage van het publiek vroegen. Soms was die bijdrage groot en vereiste het persoonlijk contact met de kunstenaar, soms wat bescheidener en was het contact tussen publiek en kunstenaar juist afstandelijk. Dat laatste was vooral het geval bij de performance 'De Wedstrijd' van Andrea de Kruijf. Vier uur lang ging ze de strijd aan met zichzelf door over een afstand van ongeveer 150 meter in een kano heen en weer te peddelen in de Plompetorengracht. Door een wedstrijd te ensceneren met zichzelf als enige deelneemster, bracht ze nieuwsgierige omstanders duidelijk in verwarring, maar bood ze tegelijkertijd genoeg aanknopingspunten voor publieke aanmoediging en applaus.
 
Dat het publiek tot meer bereid was dan aanmoediging, beweesYoeri Guépin met zijn performance 'Teach me how to Rock'. Hierin stelde hij – helemaal in overeenstemming met de rode draad in zijn werk – niet alleen de cyclus van falen-doorzetten-herhalen centraal, maar zette hij ook de verhouding tussen kunstenaar en toeschouwer op z’n kop. Gezeten op een laag podium aan het Janskerkhof en met een gitaar in z’n handen, vroeg Guépin aan voorbijgangers of ze hem misschien een gitaarles wilden geven. Het publiek bleek meer dan bereidwillig. Vol overtuiging van hun muzikale capaciteiten namen willekeurige voorbijgangers deel aan de performance waarin dit keer niet de kunstenaar, maar het publiek zélf een kunstje mocht vertonen.
 
Intiemer nog was de relatie tussen kunstenaar en publiek bij Sanna Rosendahl, die een setting had gecreëerd waarin het uiterste van het publiek werd gevraagd. Hoewel haar performance ‘Beddingen’ plaatsvond op één van de drukste punten in de Utrechtse binnenstad, wist zij daarin toch een zeer persoonlijk contact met haar publiek te bewerkstelligen. Op het grasveld aan het Lucasbolwerk had ze een ondiep graf gegraven waarin ze een bed had geplaatst (het woord ‘bed’ betekende vroeger ook ‘graf’). Voorbijgangers werden uitgenodigd in het bed te gaan liggen en in gesprek te gaan met de kunstenares. Dankzij haar toegankelijke, eerlijke uitstraling (en misschien ook wel dankzij de thee die ze aan bed schonk) wist Sanna moedige deelnemers op hun gemak te stellen om vervolgens de diepte in te gaan in een persoonlijk gesprek. Ze beantwoordde hiermee klaarblijkelijk aan een bepaalde behoefte, aangezien zich binnen korte tijd een lange rij had gevormd van mensen die niet konden wachten om zich nestelen onder de dekens.
1105 performance yoeri
Teach me how to Rock
Misschien was de meest verrassende performance wel die van Theo van Wijk. Door middel van interactieve technieken en moderne media prikkelt hij het publiek om met een scherpe, kritische blik de inmiddels volledig gedigitaliseerde samenleving te bekijken. In zijn performance ‘EN PASSANT’ stond vooral de vraag centraal welke status vriendschap en menselijk contact nog hebben in een wereld die volledig wordt beheerst door nieuwe media zoals Facebook en Twitter. Is het tegenwoordig nog wel mogelijk om zomaar mensen op straat te ontmoeten en te leren kennen zonder dat daar een facebook-vriendschapsverzoek aan vooraf is gegaan?
In de performance werden door middel van mobiele telefoons telkens twee willekeurige en nietsvermoedende deelnemers met elkaar in contact gebracht via een mysterieuze stem aan de andere kant van de lijn.

De performances leven voort

Van 3 juni t/m 3 juli zijn in een speciale tentoonstelling van CBKU de resultaten en eventuele overblijfselen van de verschillende performances zien. Wat is er bijvoorbeeld overgebleven van de gitaarlessen die Yoeri Guépin heeft geleerd, en wat hebben de mysterieuze ontmoetingen die Theo van Wijk in gang heeft gezet nu eigenlijk opgeleverd? Zelf kan ik niet wachten om m'n nieuwe ‘best friend forever’ weer eens te ontmoeten!
 
(c) Lucy, 25-5-2011. Tekst: Rob Vennix. Foto's: Paul Rosenberg

Utrecht Performs 2011

Het performanceweekend is onderdeel van Utrecht Performs 2011 Met gasten van het Festival a/d Werf en Performance Studies international (PSi) - besteedt het CBKU in mei-juni uitgebreid aandacht aan performance en live art. Met seminars, performances en een tentoonstelling.